Locatie

Hoofdlocatie: Standerdmolen 103 Dependance: Laning 10

Telefoon

078 676 2426

Antipsychotica

 

Wat zijn antipsychotica?

Antipsychotica zijn medicijnen die helpen om uit een psychose te komen. Bij een psychose kun je last hebben van wanen. Dat betekent dat je dingen denkt die niet waar zijn. Je kunt ook angsten hebben. Ook kun je hallucinaties hebben: dingen zien, horen, ruiken, voelen of proeven die er niet zijn. Antipsychotica zijn medicijnen die de stoffen in de hersenen weer beter in balans brengen. Daardoor heb je minder last van de dingen die horen bij een psychose.

Antipsychotica zorgen ervoor dat je helderder kunt denken en minder in de war bent. Ze hebben een kalmerend effect. Dat kalmerende effect merk je vaak al na een paar uur. Meestal merk je pas na een paar dagen tot 6 weken dat ook de andere klachten minder worden. De bijwerkingen kunnen wel al eerder optreden. Verderop wordt er een aantal genoemd.

Antipsychotica halen de oorzaak van de psychose niet weg. Ze zorgen er wel voor dat de angst, onrust en verwardheid minder worden, waardoor je weer meer grip op je leven ervaart. Het is belangrijk om de antipsychotica te blijven gebruiken als het beter met je gaat. Ze maken de kans op een nieuwe psychose veel kleiner.

 

Hoe gebruik je antipsychotica

Als je bent gestart met antipsychotica, is het belangrijk om je symptomen en bijwerkingen bij te houden. Dit helpt jou en je behandelaar om te komen tot de beste behandeling. Een hulpmiddel hiervoor vind je op: https://www.ypsilon.org/download/?id=19684433&

Het is belangrijk om antipsychotica op de goede manier in te nemen. Neem ze elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in. Meestal gebruik je antipsychotica in de avond, want de meeste antipsychotica maken je een beetje slaperig. Je gebruikt antipsychotica meestal voor langere tijd achter elkaar (maanden tot jaren).

Sommige antipsychotica worden met een injectie gegeven, een ‘depot’. Deze injectie hoef je maar 1 keer per 2-12 weken te krijgen.

 

Wat zijn de bijwerkingen van antipsychotica

Antipsychotica kunnen bijwerkingen geven. Dit kan per persoon en per medicijn verschillen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:

  • Je vlak voelen, weinig emoties voelen.
  • Slaperigheid.
  • Minder zin in seks, problemen met klaarkomen.
  • Wazig zien.
  • Zwaarder worden, meer eetlust.
  • Droge ogen en droge mond, juist ’s nachts veel speeksel.
  • Moeite met concentreren en je geheugen.
  • Duizeligheid.
  • Onrustige benen.
  • Stijve ledematen.
  • Trillen en spierschokken/krampen.
  • Onregelmatige menstruatie.
  • Verhoogd bloedsuiker.
  • Verhoogd cholesterol.
  • Verminderde afweer.

Vanwege de kans op een verhoogd bloedsuiker en cholesterol en een verlaagde afweer, moet je regelmatig je bloed laten controleren. Dit zal de behandelaar met je afspreken.

 

Waarschuwingen als je antipsychotica gebruikt

  • Je mag nooit zomaar stoppen met antipsychotica. Als je wil stoppen, doe dit dan altijd in overleg met je arts. Dat is belangrijk om bijwerkingen van het stoppen te voorkomen en nieuwe klachten snel te kunnen herkennen en behandelen.
  • Gebruik liever geen alcohol en/of drugs als je antipsychotica gebruikt. Alcohol en drugs gaan niet goed samen met antipsychotica en kunnen juist een psychose veroorzaken of verergeren.
  • Rijd geen auto in de eerste periode dat je antipsychotica gebruikt. Je ziet vaak waziger en je reageert trager door de medicijnen.
  • Stop met roken en leef gezond. Zo verklein je het risico op hart- en vaatziekten bij gebruik van antipsychotica.

 

Bel je huisarts als je:

  • Je erg verward, angstig, wanhopig of somber voelt.
  • Denkt dat je dingen ziet/hoort/ruikt/proeft/voelt die er niet zijn.
  • Niet goed meer kunt functioneren.
  • Verlangt naar de dood of zelfmoordgedachten hebt.
  • Wil stoppen of starten met antipsychotica.

Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.

 

Bronnen

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.