Lage rugpijn
Wanneer heb je lage rugpijn?
Lage rugpijn komt heel veel voor. Zo’n 60 tot 90 procent van de mensen krijgt ooit een keer te maken met een periode van lage rugpijn. Meestal is het een zeurende pijn in de onderrug. De pijn kan erger worden door bepaalde bewegingen of lang in dezelfde houding zitten of staan. Soms straalt de pijn uit van de rug naar één of beide bovenbenen.
Bepaalde factoren lijken meer kans te geven op lage rugpijn. Bijvoorbeeld zittend of lichamelijk zwaar werk doen, overgewicht, roken, ouderdom, stress en mentale gezondheidsklachten zoals angst of depressie.
Bij 95 procent van de mensen is er geen duidelijke oorzaak te vinden voor de lage rugpijn. Dat kan vervelend zijn. Het is goed om te weten dat de klachten meestal vanzelf minder worden, binnen een aantal weken. In de tussentijd is het belangrijk dat je zoveel mogelijk je normale activiteiten blijft doen.
Soms is er wel een duidelijk oorzaak te vinden voor de lage rugpijn. Mogelijke oorzaken zijn onder andere een breuk in een wervel, een verschoven wervel, een tumor of een infectie in de wervelkolom (dit is heel zeldzaam).
Wat kun je zelf doen?
- Actief blijven.
Veel mensen zijn bang om de pijn erger te maken door de rug te bewegen. Dat klopt niet. Sterker nog: het advies is juist om actief te blijven. Doe wat voor jou mogelijk is. Om te kunnen slapen kan het prettig zijn om op de rug te liggen met een kussen onder de knieën. Of op de zij met half opgetrokken benen. Ga niet lang op bed liggen: dat is niet goed voor je. Mensen met lage rugpijn herstellen sneller als ze actief blijven. Beweging zorgt voor ontspanning in de rugspieren en voorkomt dat je spieren slapper worden. Wandelen en lichte activiteiten, zoals zwemmen, zijn het beste om te doen. Intensief of zwaar sporten kun je in het begin het beste niet doen. Als het na een aantal weken nog niet lukt om je normale activiteiten weer op te pakken, of als je bang bent om weer te gaan bewegen, kan een fysio- of oefentherapeut je daarbij helpen.
- Warmte.
Een warme kruik tegen de onderrug kan in de eerste weken helpen de pijn te verminderen.
- Aanpassingen op je werk.
Blijf werken als dat kan en lukt. Wel is het goed om te kijken naar je werkhouding. Beweeg regelmatig en probeer veel te wisselen van houding. Het advies is om niet te lang achter elkaar te blijven zitten, te staan of zwaar te tillen.
Heb je medicijnen nodig?
Ter ondersteuning, om te kunnen blijven bewegen, is het soms goed om pijnstillers in te nemen. Als je veel pijn hebt, kun je het beste paracetamol innemen. Houd de dosering aan die op de verpakking staat.
Als je andere pijnstillers wilt gebruiken (bijvoorbeeld NSAID’s zoals ibuprofen), overleg hierover dan altijd eerst met je huisarts.
Bel de huisarts als je lage rugpijn hebt en deze klachten of veranderingen merkt:
Bel direct naar je huisarts bij:
- Duizeligheid, zweten en een gevoel van flauwvallen.
- Geen gevoel in de binnenkant van de bovenbenen en/of je billen.
- Plotseling krachtsverlies in een been (op je tenen of hakken staan lukt niet meer)
- Blaasproblemen (niet voelen dat je plast, gevoel hebben niet alles uit te kunnen plassen, plas niet kunnen op houden).
Bel je huisarts:
- Als de pijn in de rug is ontstaan na een val, vooral als je ouder bent dan 50 jaar.
- Als de klachten na een maand nog niet over zijn.
- Als je kanker hebt (gehad).
- Als je recent aan de rug geopereerd bent of een injectie in de rug hebt gehad.
- Als de rugpijn in het been uitstraalt tot onder de knie.
Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.