Nagelklachten
Wanneer heb je nagelklachten?
Nagels beschermen de uiteinden van onze vingers en tenen. Je kunt verschillende klachten hebben aan je nagels. De meest voorkomende nagelklachten lichten we hier toe.
- Ingegroeide nagel.
Bij een ingegroeide nagel groeit het puntje van de nagel, meestal aan 1 zijkant, in de huid van een vinger of teen. Dit kan gaan ontsteken. De teen of vinger wordt dan rood, pijnlijk en dik. Ook kan er pus uitkomen of extra huid gaan groeien. Een ingegroeide nagel komt vaak door het rond afknippen van een nagel. Het kan ook komen door een bolle of scheve nagel, het dragen van schoenen die op de teennagels drukken, een verwonding, peuteren aan de nagels of zweetvoeten. Het komt meestal voor aan de grote teen, en vooral bij jongeren tussen de 15 en 24 jaar.
- Schimmel- of kalknagel.
Een schimmelinfectie van de nagel komt veel voor. Dit wordt ook wel een kalknagel genoemd, maar het is een schimmelinfectie. De nagels worden dik en brokkelig, witgeel, bruin of groen. Ze kunnen ook loslaten. Bij iedereen zitten er schimmels op de huid. Deze schimmels kunnen de huid of nagels binnendringen en daar groeien. Dit kan komen door beschadigingen aan de nagels en door warmte en vocht. Ouderen, mensen met minder weerstand en/of met diabetes zijn hier gevoeliger voor. Schimmelnagels kunnen geen kwaad. Ze zijn wel besmettelijk.
- Nagelhematoom.
Bij een nagelhematoom zit er een bloeduitstorting onder de nagel. Dit komt meestal doordat de nagel klem heeft gezeten of door een klap op de nagel. Een nagelhematoom kan erg pijnlijk zijn, maar het kan geen kwaad. Het verdwijnt vanzelf. De huisarts kan ook een klein gaatje in de nagel boren om de druk van de bloeduitstorting af te halen, waarna de pijn snel minder wordt.
- Andere nagelklachten.
Een nagel kan loslaten van de vinger of teen na bijvoorbeeld een ongeluk(je) of door een huidaandoening. Dit kan geen kwaad. Na ongeveer 7 maanden is de nagel weer helemaal aangegroeid. Soms groeit de nagel niet meer terug. Er zijn ook ziekten en behandelingen waarbij je nagelproblemen en -beschadigingen kunt krijgen. Bijvoorbeeld bij chemotherapie, huidziekten (bijvoorbeeld psoriasis) en longaandoeningen. Bij het ouder worden of door langdurige irritatie kunnen de nagels kwetsbaarder worden. Bijvoorbeeld door vocht, slecht passende schoenen, nagelbijten of veel manicuren/pedicuren en het gebruik van kunstnagels. Ze worden dikker of juist brozer, krijgen vlekken en/of lijnen, kunnen gaan splitsen of loslaten en krom worden.
Wat kun je zelf doen?
Bij een ingroeide nagel:
- Draag geen schoenen die op de tenen/nagels drukken.
- Knip de nagels recht af, niet rond.
- Neem geen voetenbad. Hierdoor worden de huid en nagels zacht en kan de nagel makkelijker ingroeien. Ook kunnen makkelijker infecties ontstaan.
- Een huisarts, pedicure of podotherapeut kan helpen een ingegroeide nagel te voorkomen of te genezen.
Bij een schimmel- of kalknagel:
- Was je voeten zonder zeep en droog ze goed af.
- Houd je voeten zoveel mogelijk droog.
- Draag schone sokken van katoen of wol.
- Draag schoenen die goed ventileren en niet te krap zitten.
- Draag slippers in zwembaden en doucheruimtes.
- Heeft de nagel een rare vorm of geeft de nagel klachten? Werk de nagel dan bij met een puimsteen of vijl. Een pedicure kan hierbij helpen.
- Is de nagel verkleurd, dan kun je er nagellak op doen.
- Als je last hebt van een loszittende nagel, kun je hem met een pleister vastplakken.
Bij andere nagelklachten:
- Als je last hebt van een loszittende nagel, kun je hem met een pleister vastplakken.
- Neem de oorzaak van de (nagel)irritatie zoveel mogelijk weg.
- Bij broze nagels die snel scheuren, kun je een beschermende of verstevigende nagellak of een vette zalf gebruiken. Deze zijn zonder recept te koop bij de drogist.
- Eventueel kan een pedicure of podotherapeut helpen.
Heb je medicijnen nodig?
Bij nagelklachten heb je meestal geen medicijnen nodig. Als de nagelklachten komen door een infectie, bijvoorbeeld bij een wond, kun je antibiotica nodig hebben. Bij een schimmelnagel helpen antischimmelzalf, -creme of -nagellak niet. Als je nagelklachten hebt door een schimmelinfectie, kun je in overleg met de huisarts antischimmelpillen proberen. Bespreek met je huisarts goed wat deze behandeling met antischimmelpillen betekent. Je moet deze medicijnen namelijk meestal 3 maanden lang gebruiken. Ook kunnen deze medicijnen invloed hebben op andere medicijnen die je gebruikt. Daarnaast werken ze niet altijd en kunnen de schimmelnagels ook weer terugkomen na de behandeling. Tot slot is er een kleine kans op vervelende bijwerkingen zoals leverproblemen en (tijdelijk) smaakverlies. Laat je dus goed informeren over de voor- en nadelen van deze behandeling.
Bel je huisarts als je:
Bij een ingroeide nagel:
- Meer pijn krijgt en je vinger of teen dik en rood wordt.
- Ziet dat er extra huid naast de nagel is gaan groeien, de huisarts kan dit weghalen.
- De klachten na 2 weken nog niet minder zijn of na een paar maanden (of eerder) weer terugkomen.
Bij een schimmel- of kalknagel:
- Er klachten van hebt, bijvoorbeeld pijn of irritatie.
- Merkt dat de infectie verspreidt naar andere nagels, of naar de huid. De huid gaat dan schilferen en jeuken.
Bij andere nagelklachten:
- Veel last hebt van de nagelklachten.
- Ook andere klachten hebt.
Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.