Overgangsklachten
Wanneer heb je overgangsklachten?
De overgang is een fase in het leven van elke vrouw: het is letterlijk het overgaan van de vruchtbare naar de onvruchtbare periode. De voorraad eicellen in de eierstokken raakt vanaf een bepaalde leeftijd op. Hierdoor maken de eierstokken minder van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. De menstruaties veranderen, worden onregelmatig en stoppen uiteindelijk helemaal. Dit proces duurt meestal ongeveer 4 jaar. De overgang is voorbij als je 1 jaar geen menstruatie hebt gehad. Je bent dan postmenopauzaal. De overgang begint meestal tussen de 40 en 60 jaar, maar het kan ook eerder beginnen.
Voor, tijdens en na de overgang verandert er veel in je lichaam. Hierdoor kun je overgangsklachten krijgen:
- Veranderingen in de menstruatie: de menstruaties komen onregelmatig, duren langer of korter en/of met minder of meer bloedverlies dan je gewend bent. Ook kunnen andere klachten bij de menstruatie erger of minder erg worden, zoals hoofdpijn, buikpijn en/of rugpijn.
- Opvliegers: opvliegers zijn korte aanvallen waarbij je het opeens erg warm krijgt en erg kunt gaan zweten. Gezicht, hals en/of borst kunnen rood worden. Soms gebeurt dit heftige zweten ook ‘s nachts. Dit kan ervoor zorgen dat je slechter slaapt. De opvliegers kunnen tot een paar jaar na de menopauze blijven, maar ze worden wel steeds minder erg.
- Klachten aan de vagina: de binnenkant van de vagina kan dunner, droger en kwetsbaar worden. De vagina kan branderig aanvoelen en jeuken. Vrijen kan onaangenaam voelen of zelfs pijn doen. Hierdoor kan het zijn dat je minder zin hebt in seks. Ook kan het plassen pijn doen en kun je sneller een blaasontsteking krijgen.
- Andere klachten: vermoeidheid, hoofdpijn, slechter slapen, stemmingswisselingen, somberheid, hartkloppingen, spierpijn, gewrichtspijn, toename van gewicht en verstopping zijn allemaal klachten die bij de overgang kunnen voorkomen.
Het kan zijn dat je al vroeg in de overgang komt. Meestal kan hiervoor geen verklaring worden gevonden, maar er zijn dingen die hier invloed op hebben. Vrouwen die roken komen vaak eerder in de overgang. Als je moeder vroeg in de overgang kwam, is de kans groter dat dit bij jou ook gebeurt. Als je eierstokken zijn weggehaald, begint de overgang meteen. Bepaalde ziektes en behandelingen tegen kanker kunnen soms voor een vroege overgang zorgen.
Let op: je kunt nog steeds zwanger worden als je in de overgang bent. Blijf daarom, als je anticonceptie gebruikt, tot 1 jaar na je laatste menstruatie een voorbehoedsmiddel gebruiken om zwangerschap te voorkomen. De meeste vrouwen kunnen met anticonceptie stoppen als ze 52 jaar oud zijn.
Gebruik je de pil? Hierdoor houd je de menstruatie kunstmatig in stand en is het moeilijker te merken wanneer je in de overgang bent. Ben je na het stoppen met de pil 1 jaar niet meer ongesteld geweest, dan ben je in de menopauze. Gebruik in de tussentijd een ander voorbehoedsmiddel om zwangerschap te voorkomen.
Heb je een spiraaltje? Dit kun je 1 jaar na je laatste menstruatie laten verwijderen.
Wat kun je zelf doen?
Elke vrouw ervaart de overgang anders, maar je kunt zelf wel iets doen om klachten zoveel mogelijk te voorkomen of te verminderen.
- Leef gezond.
Na de overgang heb je een hogere kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Het is daarom extra belangrijk om gezond te leven.Eet gezond en let op je gewicht. Beweeg elke dag een half uur. Zorg ervoor dat je genoeg slaapt en genoeg rust hebt. Eet voeding met veel ijzer als je veel bloed verliest bij de menstruaties. Vlees, bladgroenten zoals spinazie, gedroogd fruit en volkorenproducten bevatten veel ijzer. Na de overgang worden de botten langzaam minder stevig. Zorg ervoor dat je genoeg kalk eet: neem 4 porties melkproducten (bijvoorbeeld melk, kaas of yoghurt) per dag. Ook vitamine D in vis, boter en eieren is belangrijk om botontkalking te voorkomen. Probeer te stoppen met roken.
- Bij opvliegers.
Draag meerdere dunne lagen kleding, zodat je makkelijk iets uit kunt trekken. Draag kleding van bijvoorbeeld katoen, zijde of wol. Deze stoffen ademen, nemen vocht goed op en drogen snel. Slaap niet onder een dekbed, maar onder verschillende lagen, bijvoorbeeld van katoenen lakens en een wollen deken. Matig het gebruik van alcohol, warme dranken en gekruid eten: soms zorgen deze juist voor opvliegers.
- Bij een droge vagina.
Bespreek de veranderingen van je lichaam met je partner. Geef bij het vrijen aan wat fijn en juist niet fijn of zelfs pijnlijk is. Neem tijd voor het voorspel, zodat je vagina genoeg tijd heeft om vochtig te worden. Gebruik bij het vrijen eventueel glijmiddel of speeksel. Probeer eens te vrijen zonder geslachtsgemeenschap.
- Deel je gevoelens.
Voel je je onzeker of somber door klachten? Bespreek dit met iemand die je vertrouwt.
Heb je medicijnen nodig?
Meestal zijn er geen medicijnen nodig voor overgangsklachten. De adviezen hierboven helpen vaak al genoeg. Heb je toch erge klachten? Er zijn medicijnen die de vrouwelijke geslachtshormonen aanvullen, die tijdens de overgang door jouw lichaam minder worden aangemaakt. Deze medicijnen hebben bijwerkingen en verhogen het risico op borst- en baarmoederkanker en hart- en vaatziekten. Bespreek dit daarom goed met je huisarts. Samen kunnen jullie de voor- en nadelen afwegen. Heb je alleen veel last van opvliegers? Er zijn medicijnen zonder hormonen die tegen opvliegers en zweetaanvallen kunnen helpen.
Bel je huisarts als je:
- Erg veel last hebt van klachten, waardoor je niet goed kunt functioneren.
Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.