Plasklachten bij vrouwen
Wanneer heb je als vrouw plasklachten?
Plasklachten komen bij vrouwen veel voor. Je kunt last krijgen van pijn bij het plassen, vaak moeten plassen (ook ‘s nachts) of verlies van urine. Het kan komen door verschillende dingen.
- Blaasontsteking.
Bij een blaasontsteking heb je meestal pijn of een branderig gevoel bij het plassen. Je moet ook vaak plassen en kleine beetjes plassen. Ook kan je urine er troebel uitzien of anders ruiken. Bij een blaasontsteking is het slijmvlies van de blaas ontstoken. Dit komt doordat bacteriën via de plasbuis in de blaas terecht komen. Vrouwen krijgen vaker een blaasontsteking dan mannen, omdat hun plasbuis korter is en dichter bij de anus zit. Ook tijdens het vrijen kunnen bacteriën in de plasbuis komen. Vaak komt een blaasontsteking door een darmbacterie (e. coli). Bij je huisarts kun je je urine (het liefst ochtendurine) laten controleren op een blaasontsteking.
Als je ook koorts krijgt, je je ziek voelt of pijn in je zij krijgt, kan het zijn dat je een nierbekkenontsteking hebt. Bel dan meteen je huisarts.
- Een overactieve blaas.
Bij een overactieve blaas is de blaas extra prikkelbaar. Je blaas geeft een seintje dat je naar de wc moet, terwijl de blaas nog helemaal niet vol is. Hierdoor heb je vaak het gevoel dat je nodig moet plassen. Je gaat dus vaak naar de wc, ook ‘s nachts. Soms kan de blaas ook snel en onverwacht samentrekken, waardoor je wat urine verliest. Dat noemen we aandrang-incontinentie. Meestal is het niet duidelijk hoe dit komt.
- Urineverlies bij inspanning (stress-incontinentie).
Bij stress–incontinentie heb je niet het gevoel dat je moet plassen, maar verlies je toch wat urine als je je inspant. Bijvoorbeeld bij hoesten, niezen, bukken of sporten. Dit kan komen doordat de bekkenbodemspieren slapper worden. Deze spieren helpen bij het ophouden van je plas. Door een zwangerschap, een bevalling, de overgang en ouder worden kunnen deze spieren slap worden. Ook een verzakking van de baarmoeder kan urineverlies geven.
Wat kun je zelf doen?
Bij een blaasontsteking.
Als je klachten niet zo erg zijn en nog niet lang bestaan, kun je even afwachten. Een blaasontsteking kan binnen 1 week vanzelf overgaan. Zorg dat je veel drinkt (2 liter per dag), goed uitplast en ook meteen gaat plassen als je voelt dat je moet. Tegen de pijn kun je paracetamol innemen. Een blaasontsteking kun je ook zelf voorkomen. Dat kan als volgt:
- Drink voldoende: 2 tot 3 liter per dag (bijvoorbeeld water, thee, melk);
- Ga direct naar het toilet als je voelt dat je moet gaan;
- Plas je blaas helemaal leeg;
- Plas direct na het vrijen. Zo plas je bacteriën die tijdens het vrijen in de plasbuis zijn gekomen, meteen weer uit;
- Veeg na het poepen of plassen altijd van je voorkant naar je achterkant (billen). Niet van achteren naar voren!
Bij een overactieve blaas.
Als je klachten van een overactieve blaas hebt, kun je oefeningen doen om het plassen uit te stellen. Dit kun je doen onder begeleiding van een bekkenfysiotherapeut. Het is belangrijk dat je genoeg blijft drinken (1,5 tot 2 liter per dag) en dat je niet te veel koffie of andere dranken met cafe?ne drinkt. Door deze dranken vult de blaas zich sneller. Als je te zwaar bent, kun je proberen om af te vallen. Dat kan ook helpen om je klachten te verminderen.
Bij urineverlies bij inspanning (stress-incontinentie).
Je kunt oefeningen doen om je bekkenbodemspieren te versterken. Dit kun je zelf doen of onder begeleiding van een bekkenfysiotherapeut. Als je de oefeningen elke dag doet, kun je na 6 weken verbetering merken. Ook is het belangrijk dat je genoeg blijft drinken (1,5 tot 2 liter per dag). Als je te zwaar bent, kun je proberen om af te vallen. Ook kan het helpen om ervoor te zorgen dat je darmen niet verstopt raken. De druk op je blaas en bekkenbodemspieren wordt dan minder. Sommige medicijnen kunnen plasklachten geven of deze erger maken. Je kunt je huisarts om informatie of advies vragen.
Heb je medicijnen nodig?
Als je klachten van een blaasontsteking niet vanzelf overgaan of erg zijn, krijg je antibiotica van je huisarts. Meestal is dit nitrofurantoïne.
Als bij een overactieve blaas de training van je blaas na 3 maanden niet genoeg helpt, kan je huisarts je een medicijn (tolterodine) voorschrijven. Dit medicijn zorgt ervoor dat de blaaswand ontspant en je minder het gevoel hebt dat je moet plassen. Dit kan helpen bij je klachten. Het medicijn kan ook bijwerkingen geven, zoals een droge mond, verstopping, problemen met zien of denken.
Er zijn geen medicijnen voor de behandeling van urineverlies bij inspanning (stress-incontinentie).
Bel je huisarts als je:
- Erge klachten hebt van een blaasontsteking of als deze klachten langer dan 1 week duren.
- Niet meer goed kunt uitplassen.
- Bloed hebt bij je plas.
- Koorts krijgt, je ziek voelt en/of pijn in je zij hebt.
- Plasklachten hebt die niet vanzelf overgaan of elke keer terugkomen.
- Urineverlies hebt zonder inspanning of aandrang.
- Plasklachten hebt die niet minder worden door blaastraining en/of bekkenbodemoefeningen.
[Moet hier niet nog bij:
blaasontsteking + risicogroep? Zie ook artikel Blaasontsteking algemeen
Antibioticum en klachten na 2 dagen niet minder/erger worden?]
Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.