Prikkelbaredarmsyndroom
Wat is het prikkelbaredarmsyndroom (PDS)?
Normaal gesproken voelen we onze darmen niet. Bij het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) voelen we onze darmen wel. Dit komt door overgevoeligheid van vooral de dikke darm. Het is een blijvende (chronische) darmaandoening. PDS komt heel veel voor in Nederland. Bijna 10% van de Nederlandse bevolking heeft er last van.
Wat is de oorzaak van PDS?
Als je iets eet, komt het eten via je mond en keel terecht in de slokdarm. De slokdarm heeft de vorm van een buis, en loopt van je keel naar je maag. Je maag ligt boven in je buik. Vanuit de maag gaat je eten naar je darmen en komt het uiteindelijk uit bij de anus (het poepgat). We noemen al deze organen samen het maagdarmstelsel.
In het maagdarmstelsel gaat eten van de mond tot de anus met een knijpende beweging (dit heet peristaltiek). Tijdens dit proces wordt energie uit de voeding gehaald en worden de afvalstoffen uiteindelijk als poep afgevoerd.
De hersenen sturen het maagdarmstelsel aan. Zij geven signalen aan het maagdarmstelsel, bijvoorbeeld of je honger hebt of juist genoeg hebt gegeten. Ook geven de hersenen aan of de darmen actief moeten zijn of juist niet. Zo wordt de activiteit van je darmen aangepast aan dag en nacht, op de momenten dat je eet en ook aan hoe druk je bezig bent. Zo zorgt je maagdarmstelsel bijvoorbeeld voor een betere vertering van je voeding als je in rust bent. Als je druk bezig bent, werkt je maagdarmstelsel juist minder hard aan de vertering van je voeding. Naast druk bezig zijn zorgen ook stress en emoties ervoor dat je maagdarmstelsel minder goed werkt.
We weten steeds meer over de oorzaak van PDS. Zo wordt het steeds duidelijker dat PDS komt door een verstoring van de signalen tussen de hersenen en de darmen. Er lijken te veel signalen tussen de hersenen en darmen te worden uitgewisseld. De hersenen sturen bijvoorbeeld verkeerde signalen naar de darm, waardoor de darm verkeerd gaat bewegen. Hierdoor kan diarree of juist verstopping ontstaan. De darmen sturen ook te snel pijnsignalen naar de hersenen. Hierdoor voel je pijn of een onaangenaam gevoel in de buik. Iemand met PDS heeft daardoor sneller last van buikpijn dan iemand zonder PDS.
PDS kan soms ook ontstaan of erger worden na een ontsteking van de darmen, zoals een buikgriep. Ook sommige medicijnen, zoals antibiotica, kunnen PDS veroorzaken doordat ze invloed hebben op de darmbacteri?n. Ook drukte, stress en emoties kunnen de klachten erger maken. In sommige families komt PDS vaker voor. Er lijkt dus een bepaalde aanleg of erfelijkheid mee te spelen.
Wat zijn de klachten bij PDS?
PDS kan verschillende klachten geven. Klachten die het meest voorkomen, zijn:
- Buikpijn en/of buikkrampen.
- Diarree of verstopping (obstipatie).
- Winderigheid.
- Een opgeblazen gevoel. Een opgezette buik.
Andere klachten zijn moeheid, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtsklachten, rugpijn of pijn bij het vrijen. Mensen met PDS hebben vaker last van maagklachten, ook wel ?functionele dyspepsie? genoemd. Dit kan klachten geven zoals maagpijn, misselijkheid, snel een vol gevoel hebben, opboeren en zure oprispingen. Hoeveel last je hebt van PDS verschilt per persoon. Het kan ook zijn dat je periodes veel klachten hebt en daarna juist weer minder. De klachten kunnen zelfs per dag wisselen. Soms worden de klachten minder nadat je naar de wc bent geweest.
Hoe wordt de diagnose PDS gesteld?
De huisarts of specialist stelt de diagnose PDS, als jouw klachten passen bij de kenmerken van PDS. Meestal is het voor het stellen van de diagnose niet nodig om verder onderzoek te doen. Dat gebeurt alleen als je klachten ook een andere oorzaak kunnen hebben. Vaak wordt wel onderzoek gedaan naar glutenallergie of een ontstekingsziekte. Dat gebeurt door de ontlasting en het bloed te onderzoeken. Maar deze onderzoeken zijn niet nodig om de diagnose PDS te stellen.
Wat kun je zelf doen?
- Beweeg voldoende.
Voldoende lichaamsbeweging houdt je darmen in beweging. Bewegen kan ook de klachten van PDS verminderen. Het algemene advies is om minimaal 5 dagen per week een half uur per dag matig-intensief te bewegen. Hierbij kun je denken aan een wandeling van een half uur waarbij je stevig doorloopt.
- Eet gezond.
Gezonde voeding is erg belangrijk, ook als je PDS hebt. Eet voeding met veel vezels en drink genoeg: 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zorgt voor een betere darmwerking.
- Pas je voeding aan.
Sommige mensen merken dat ze met bepaalde voedingsmiddelen meer of minder last van PDS hebben. Het is niet wetenschappelijk bewezen dat klachten verbeteren door bepaalde voeding niet meer te eten. Sommige mensen met PDS merken wel dat ze zich beter voelen als ze bijvoorbeeld geen lactose of gluten gebruiken. Als je merkt dat je je beter voelt als je bepaalde soorten voeding niet meer neemt, kan het goed zijn om advies te vragen aan een di?tist. Zo kunnen jullie samen kijken naar een geschikt dieet waarbij je zeker weet dat je alle voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt.
- Probeer stress te vermijden.
Stress kan voor meer klachten zorgen. Probeer stress daarom zoveel mogelijk te vermijden. Als je ongerust blijft over je buikklachten, kan dit ook voor stress zorgen. Zorg voor voldoende rust en ontspanning. Dit kan best lastig zijn. Sommige mensen merken dat yoga of mindfulness helpt. Als het niet lukt om je stress of ongerustheid te verminderen, vraag dan hulp aan je huisarts of de praktijkondersteuner voor psychische klachten (POH-GGZ). Soms is een behandeling bij de psycholoog nodig om stress en spanning te verminderen. Bijvoorbeeld met cognitieve gedragstherapie of hypnotherapie. Verderop in het artikel wordt hier meer over uitgelegd.
- Probeer al je activiteiten vol te houden.
Soms gaan mensen met PDS bepaalde plekken of activiteiten vermijden, omdat ze bang zijn om dan klachten te krijgen. Probeer je activiteiten vol te houden, ook omdat dit juist afleiding kan geven van de klachten die je hebt.
- Houd een klachtendagboek bij.
Het kan handig zijn om een klachtendagboek bij te houden. Dit is een dagboek waarin je per dag je klachten opschrijft, hoe erg ze zijn en of er nog speciale omstandigheden zijn waarbij de klachten minder worden of erger worden.
Een klachtendagboek kan ook helpen om bij te houden of een behandeling die je krijgt wel of niet werkt.
- Wel of geen probiotica gebruiken?
Probiotica zijn voedingsmiddelen met micro-organismen waaraan een gezonde werking wordt toegeschreven. Het is niet vastgesteld of ze de klachten van PDS kunnen verminderen. Sommige mensen lijken wel wat verbetering te merken door het gebruik van probiotica. Ze zijn te krijgen via de apotheek of de natuurwinkel. Overleg bij twijfel over het gebruik van probiotica met je huisarts of apotheek.
- Wel of geen zelfhulpmiddelen gebruiken?
Middelen als lijnzaad en kruidenmengsels (zoals Iberogast) zijn vrij verkrijgbaar. Van deze middelen is niet altijd wetenschappelijk aangetoond of ze helpen bij PDS. Gebruik dit soort middelen alleen als je klachten er minder door worden en als ze geen kwaad voor je kunnen. Overleg bij twijfel altijd met je huisarts.
- Praat erover.
Als PDS een grote invloed heeft op je leven, is het belangrijk om erover te praten met je omgeving. Deel met familie en vrienden waar je last van hebt, wat je zorgen zijn en hoe je je hierdoor voelt. Dit kan al opluchting geven. Soms hebben de PDS-klachten ook invloed op je werk. Je kunt bij problemen op je werk gaan praten met de bedrijfsarts. Bespreek je klachten, zorgen en gevoelens ook met je huisarts. Samen kun je kijken wat de mogelijkheden zijn om er iets aan te doen.
Het kan ook fijn zijn om in contact te komen met andere mensen die last hebben van PDS. Hiervoor kun je de website van de Prikkelbare Darm Syndroom Belangenvereniging (www.pdsb.nl) bezoeken.
Hoe is de behandeling van PDS?
De meeste mensen hebben milde of kortdurende klachten. Dan is er geen behandeling met medicijnen nodig. Soms zijn klachten ernstig of duren ze langer. Dan is het wel nodig om te kijken naar een behandeling met medicijnen. Er is geen behandeling die PDS helemaal beter maakt. De behandeling met medicijnen heeft ook maar bij een klein deel van de mensen met PDS een positief effect. Er is ook niet 1 behandeling die bij iedereen werkt. Er bestaan juist veel verschillende behandelingen. Sommige zijn wetenschappelijk bewezen, sommige niet. Samen met de huisarts kun je bespreken welke behandeling bij jou past.
Om te weten of een behandeling bij jou werkt, moet je de behandeling uitproberen. Het kan helpen om een klachtendagboek bij te houden. Zo kun je beter zien of de behandeling wel of niet werkt.
Hieronder lichten we de verschillende behandelingen toe per klacht.
Behandeling van diarree:
- Psylliumvezels zijn natuurlijke vezels die voor een soepele ontlasting zorgen. Psylliumvezels worden ingenomen met water. Ook bij verstopping wordt dit middel voorgeschreven, dan moet je er veel bij drinken. Bij diarree hoef je er niet extra bij te drinken.
- Diarreeremmers, zoals loperamide, maken de ontlasting dikker. Gebruik diarreeremmers alleen kort en niet te vaak. Gebruik ze bijvoorbeeld alleen als je op reis gaat. Diarreeremmers kunnen als bijwerking juist weer verstopping geven.
- Colestyramine bindt galzouten in de darm en kan daardoor diarree verminderen. Galzouten kunnen de darmwand namelijk prikkelen. Neem 1-2 zakjes in bij het ontbijt. Omdat de smaak bitter kan zijn, helpt het soms om het medicijn met yoghurt in te nemen.
- Ondansetron werkt goed tegen misselijkheid, en heeft als bijwerking dat de ontlasting dikker wordt. Hierdoor kan het diarree verminderen.
Behandeling van verstopping (obstipatie):
- Psylliumvezels zijn natuurlijke vezels die voor een soepele ontlasting zorgen. Psylliumvezels neem je in met water. Het is belangrijk dat je ook extra drinkt.
- Vochtbinders, zoals macrogol en magnesiumhydroxide, houden meer vocht vast in de ontlasting. Daardoor wordt de ontlasting zachter. Magnesiumhydroxide is een kauwtablet en werkt ook tegen brandend maagzuur. Als je het neemt tegen verstopping, hoef je er niet op te kauwen en kun je de tablet meteen doorslikken.
- Andere laxeermiddelen, zoals bisacodyl en sennosiden, zorgen voor meer beweging van je darmen. Deze middelen worden alleen voor een korte tijd voorgeschreven. Het is niet bekend of langer gebruik de darm kan beschadigen.
Behandeling van buikpijn:
- Bij veel pijn mag je paracetamol gebruiken. Houd de dosering aan die op de verpakking staat. Als je andere pijnstillers wilt gebruiken (bijvoorbeeld NSAID?s zoals ibuprofen), overleg hierover dan altijd eerst met je huisarts.
- Krampremmende medicijnen, zoals mebeverine of butylscopolamine, kunnen werken tegen buikpijn door kramp. Ze kunnen de spierspanning in de darmwand verlagen. De werking van deze middelen is niet wetenschappelijk bewezen.
- Zenuwpijnstillers, zoals amitriptyline, kunnen de maag minder gevoelig maken voor pijnprikkels. Bij ernstige klachten kun je dit proberen. In een hogere dosering werken deze middelen ook tegen depressie (antidepressiva). In een lage dosering hebben deze middelen geen effect op je stemming.
- Linaclotide is een medicijn dat door een maag-darm-leverarts kan worden voorgeschreven. Het wordt vaak gebruikt als je al meer dan 1 jaar veel last hebt van PDS met verstopping, en als andere behandelingen niet helpen. Het kan verstopping en pijnklachten verminderen. Een veel voorkomende bijwerking van dit middel is diarree.
- Pepermuntolie kan soms de spierspanning in de darm verlagen. Hierdoor kan het de klachten van PDS verlichten. Het middel is zonder recept verkrijgbaar bij de drogist en de apotheek. Het helpt niet bij iedereen.
Behandelingen zonder medicijnen die kunnen helpen om de klachten van PDS te verminderen:
- Bekkenbodemtherapie is fysiotherapie van de bekkenbodem. Het kan helpen bij verstopping. Je traint de bekkenbodemspieren en leert ze ook te ontspannen. Hierdoor kan de verstopping minder worden. Je kunt proberen op de wc een krukje onder de voeten te zetten. Hierdoor gaat de ontlasting soms ook al makkelijker.
- Een psycholoog kan op verschillende manieren helpen bij PDS. Je kunt met een psycholoog praten over de invloed van de buikklachten op je leven. Een psycholoog kan je ook helpen om op een andere manier met je buikklachten om te gaan. Je leert je lichamelijke klachten op een goede manier te be?nvloeden en je leert stress en spanning te verminderen. Het is wetenschappelijk bewezen dat psychologische hulp de klachten van PDS kan verminderen bij mensen die veel last hebben van PDS in hun dagelijkse leven. Er zijn verschillende psychologische behandelingen , zoals cognitieve gedragstherapie en hypnotherapie.
- Soms kun je merken dat je klachten van PDS minder worden door bepaalde voeding niet meer te nemen. Vraag dan advies aan een di?tist. Zo kunnen jullie samen kijken naar een geschikt dieet waarbij je wel alle voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt.
Soms krijg je het advies om een FODMAP-dieet te volgen. Dit kun je het beste doen onder begeleiding van een di?tist, omdat het een ingewikkeld dieet is. Bij een FODMAP-dieet eet je geen slecht verteerbare koolhydraten in de voeding. Koolhydraten die slecht verteren worden namelijk door darmbacteri?n afgebroken en daar komt gas bij vrij. Hierdoor kun je last krijgen van een opgeblazen buik, winderigheid en diarree. Het FODMAP-dieet lijkt bij een deel van de mensen met PDS de klachten te verminderen.
Neem contact op met je huisarts als:
- Je last hebt van heftige maag- en/of buikpijn met koorts.
- Je bloed bij de ontlasting hebt.
- De ontlasting zwart en plakkerig (dus niet donkerbruin) is.
- Je niet meer kunt plassen terwijl je wel nodig moet.
- Je onbedoeld bent afgevallen.
- De pijn steeds erger wordt.
Bel met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.