Locatie

Hoofdlocatie: Standerdmolen 103 Dependance: Laning 10

Telefoon

078 676 2426

Reanimatie

 

Wat is reanimatie?

Als iemand ineens stopt met ademen of geen hartslag heeft, is deze persoon in levensgevaar. Je kunt op dat moment de ademhaling en hartslag van een slachtoffer ‘overnemen’. Dat noem je reanimeren. Als een slachtoffer niet gereanimeerd wordt, kan hij doodgaan. Als iemand niet meer ademt en er geen hartslag meer is, komt er geen zuurstofrijk bloed bij de cellen van belangrijke organen zoals de hersenen en het hart. Hierdoor beschadigen de organen. Hoe langer iemand geen zuurstof en hartslag heeft, hoe erger de organen beschadigen. Daarom is het belangrijk snel en op de juiste manier te reageren. Reanimeren kan een mensenleven redden. 

 

Hoe werkt reanimeren?

Het belangrijkste is om de juiste volgorde van reanimatie te volgen.

  • Let op de veiligheid, eerst van jezelf en daarna van het slachtoffer. Breng jezelf en het slachtoffer als het nodig is naar een veilige plek. Houdt daarmee rekening met de nek van het slachtoffer. Als de nek van het slachtoffer beschadigd kan zijn, verplaats het slachtoffer dan alleen als het echt nodig is. Hou hierbij de nek zo stil mogelijk. 
  • Controleer het bewustzijn van het slachtoffer door aan zijn schouder te schudden en hem aan te spreken. Als er geen reactie komt, is het slachtoffer buiten bewustzijn.
  • Roep hulp, vraag iemand om 112 te bellen of bel zelf 112 als er niemand in de buurt is. Zet je telefoon op luidspreker, zodat je de instructies van de hulpverleners goed kunt horen, terwijl er hulp onderweg is.
  • Laat een AED halen. Vraag iemand in de buurt om een automatische externe defibrillator (AED) te halen. Alleen als je weet waar deze ligt en dit binnen handbereik is, heb je zelf tijd om deze te pakken. Dit kun je pas doen nadat je de ademhaling van het slachtoffer hebt gecontroleerd, zoals bij het volgende punt staat uitgelegd. Waar AED’s hangen, kun je zien op de app van het Rode Kruis.
  • Controleer of het slachtoffer nog ademt. Dit doe je door het hoofd van het slachtoffer naar achteren te kantelen. Je legt één hand op het voorhoofd en kantelt het naar achter. Je legt twee vingers van de andere hand onder de kin van het slachtoffer en tilt de kin op (kinlift). Zo komt de luchtweg van het slachtoffer vrij te liggen. Kijk of de borstkas omhoog komt, luister naar de ademhaling en voel met je eigen wang boven de mond van de slachtoffer of er een ademhaling is. Soms heeft het slachtoffer een langzame of een haperende ademhaling. Dit is geen normale ademhaling. Bij twijfel begin je aan de reanimatie.
  • Begin de reanimatie met 30 borstcompressies. Plaats je handen midden op de borstkas van het slachtoffer en duw de borstkas ongeveer 5 cm in. Doe dit 30 keer, met een snelheid van 100 keer per minuut. Tel hardop mee.
  • Beadem 2 keer door de kin weer te liften. Met je ene hand op het hoofd van het slachtoffer kantel je het hoofd en met twee vingers van de andere hand til je de kin op. Knijp de neus met je hand die op het voorhoofd ligt helemaal dicht. Adem zelf normaal in en plaats jouw mond over de mond van het slachtoffer. Adem voorzichtig uit in de mond van het slachtoffer. Blaas niet, want bij te veel lucht komt er ook lucht in de maag en kan het slachtoffer gaan overgeven. Kijk daarna of de borstkas een beetje omhoog komt. Doe dit in totaal 2 keer.
  • Blijf de 30 borstcompressies en 2 ademhalingen herhalen. Als je iemand niet kunt beademen of dit liever niet wilt doen, kunnen alleen borstcompressies ook levensreddend zijn.
  • Als er iemand is om je te helpen, kun je proberen af te wisselen omdat reanimeren best zwaar is. Doe dit bijvoorbeeld om de 3 sessies. Stop nooit met reanimeren tot de hulpdiensten er zijn.
  • Sluit de AED aan als deze er is. Maak de borstkas van het slachtoffer bloot en pak de twee grote plakkers met elektroden uit de AED-doos. Hierop staat duidelijk waar je deze moet plakken, op de borstkas van het slachtoffer. Ga daarna meteen door met reanimeren. De AED zal het hartritme gaan meten. De AED zal je vertellen wat je moet doen en geeft het aan als deze het hartritme kan verbeteren. Als dit zo is vertelt hij je dat je kunt stoppen met reanimeren en dat je het lichaam helemaal moet loslaten. Let op dat je het lichaam niet aanraakt als de AED een schok geeft. Als de AED klaar is met een schok geven ga je weer door met reanimeren. Alleen als het slachtoffer weer bij bewustzijn komt, kun je stoppen met reanimeren.
  • Ga door tot de hulpdiensten je toestemming geven om te stoppen. Als de ambulance aankomt kun je nog niet stoppen met reanimeren. Het ambulanceteam zal je duidelijk uitleggen wanneer je kunt stoppen en het van je overnemen. Iedere seconde telt en kan het slachtoffer redden.

 

Belangrijk om te onthouden bij het reanimeren:

  • De veiligheid van jou en het slachtoffer gaat voor alles.
  • Roep altijd eerst hulp en bel 112.
  • Start altijd met reanimeren, je kunt niks fout doen maar wel een leven redden.
  • Reanimeren van volwassenen is altijd 30 borstcompressies, 2 beademingen, 30 borstcompressies, 2 beademingen, en zo door.
  • Reanimeren van kinderen gaat iets anders. Je begint met 5 beademingen, dan 15 borstcompressies, 2 beademingen, 15 borstcompressies, 2 beademingen, en zo door.
  • Als er een AED is moet je deze altijd gebruiken.
  • Ga altijd door met reanimeren totdat de AED of hulpdiensten je vragen om te stoppen.

 

Bronnen

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.