Locatie

Hoofdlocatie: Standerdmolen 103 Dependance: Laning 10

Telefoon

078 676 2426

Slechter zien (plotseling)

 

Wanneer ga je plotseling slechter zien? 

Als je in korte tijd (binnen een paar seconden tot een paar uren) slecht ziet met één of twee ogen spreken we van plotseling slechter zien (acute visusdaling). Dit is ook het geval als je een donkere vlek in je gezichtsveld ziet of als je beeld vervormd is.  

Ineens slecht(er) zien kan komen door verschillende dingen. Bijvoorbeeld door een beroerte, ontsteking van de oogzenuw, migraine of loslaten van het netvlies.  

 

Wat kun je zelf doen? 

Ineens slecht zien is altijd een reden om de huisarts of dokterspost te bellen. Je huisarts doet onderzoek en bespreekt of je (met spoed) naar een oogarts of neuroloog moet. 

 

Als je langzaam minder goed bent gaan zien over de tijd van een paar maanden of jaren, dan kun je het beste eerst naar een opticien gaan om je ogen op te laten meten. Zo wordt duidelijk of je een bril of contactlenzen nodig hebt om weer goed te kunnen zien.  

 

Heb je medicijnen nodig? 

Of je medicijnen nodig hebt, hangt af van de oorzaak van het plotselinge slechte zien. Na onderzoek van de huisarts en eventueel ook de oogarts of de neuroloog, zul je hier meer over te horen krijgen.  

Worden je klachten bijvoorbeeld veroorzaakt door migraine, dan zal het slechte zien vanzelf overgaan. Maar worden je klachten veroorzaakt door een beroerte, dan zul je vaak wel medicijnen krijgen. Bijvoorbeeld bloedverdunners, cholesterolverlagers en/of bloeddrukverlagende medicijnen.  

 

Bel ook de huisarts als je naast plotseling slecht zien deze klachten hebt: 

  • Lichtflitsen zien. 
  • Ineens dubbel zien. 
  • Erge pijn aan één of twee ogen samen met hoofdpijn, misselijkheid en/of overgeven. 
  • Kortdurend (enkele seconden tot maximaal 30 minuten) aan één oog niets of weinig zien, wat daarna weer helemaal over is.  
  • Minder goed zien binnen een paar dagen. 

 

Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen. 

 

Bronnen 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.