Urine incontinentie, urineverlies
Wanneer heb je urineverlies?
Urineverlies (urine-incontinentie) komt veel voor, op alle leeftijden. Het betekent dat je je plas niet goed kunt ophouden. Het komt vooral voor bij vrouwen, maar ook mannen hebben er soms last van. Er zijn twee soorten urineverlies. Deze kunnen ook samen voorkomen:
– Inspannings-incontinentie (stress-incontinentie):
Je hebt niet het gevoel dat je moet plassen en toch verlies je een beetje urine als je je inspant. Bijvoorbeeld bij hoesten, niezen, bukken of sporten. Het kan komen doordat je bekkenbodemspieren slapper zijn geworden. Deze spieren helpen bij het ophouden van je plas. Ze kunnen verzwakken door een zwangerschap, een bevalling, de overgang en door ouder worden. Ook een verzakking van de baarmoeder kan ongewild urineverlies geven. Bij mannen kan stress-incontinentie optreden na een operatie aan de prostaat.
– Aandrang-incontinentie (urge-incontinentie):
Bij aandrang-incontinentie is de plotselinge aandrang om te plassen zo sterk dat je het toilet vaak niet meer haalt en je urine verliest. Bij aandrang-incontinentie is de blaas te actief. De spieren in de blaaswand trekken te snel en onverwacht samen waardoor je urine verliest. Blaasontstekingen of bepaalde medicijnen kunnen aandrang-incontinentie veroorzaken. Ook het ouder worden, een operatie in de buurt van de blaas of te vaak naar de wc gaan om te plassen kan aandrang-incontinentie veroorzaken. Maar meestal blijft de oorzaak onduidelijk.
Urine verlies kan dus door inspannings- of aandrang-incontinentie ontstaan, maar soms ook het gevolg zijn van een blaasontsteking. Ook kan het ontstaan als gevolg van een beroerte, een rughernia, de ziekte van Parkinson, suikerziekte (diabetes mellitus) en dementie. Deze aandoeningen tasten het zenuwstelsel aan en daardoor ook de signalen naar de blaas. Hierdoor kun je de controle over je blaas verliezen. Sommige medicijnen kunnen incontinentie veroorzaken of verergeren. Vraag dit aan je huisarts.
Urineverlies kan geen kwaad, maar het kan wel heel vervelend zijn. Veel mensen schamen zich voor hun klachten en zoeken geen hulp. Ongewild urineverlies kan goed te behandelen zijn, dus praat erover met je huisarts.
Wat kun je zelf doen?
· Op tijd naar het toilet gaan.
Ga naar het toilet als je aandrang voelt om te plassen. Ga dus niet uit voorzorg extra vaak naar de wc. Je blaas is dan niet meer gewend om je plas op te houden. Daardoor wordt deze minder sterk (je blaas is ook een spier).
· Voldoende drinken.
Blijf voldoende drinken. Je lichaam heeft 1.5 liter vocht per dag nodig. Drink niet te veel koffie (of andere dranken met cafeïne). De blaas vult zich dan sneller, waardoor de aandrang om te plassen toeneemt. Door voldoende te drinken voorkom je ook verstopping van de darmen. Verstopping geeft extra druk op je blaas en urinewegen..
· Speciaal verband gebruiken.
Gebruik geen inlegkruisjes of maandverband om urine op te vangen. Deze nemen het vocht niet goed op en kunnen je huid beschadigen. Er bestaat speciaal incontinentieverband. Dit kun je kopen bij drogist en apotheek.
· Een gezond gewicht behouden.
Als je te zwaar bent, kan het helpen om af te vallen en zo de druk op de bekkenbodemspieren te verminderen.
Heb je medicijnen nodig?
Voor de behandeling van stress-incontinentie bestaan geen medicijnen. Wel kun je oefeningen doen om je bekkenbodemspieren te versterken. Dit kun je zelf doen of samen met een bekkenfysiotherapeut. De oefeningen doe je elke dag. Na 6 weken kun je dan verbetering verwachten. Maar je moet regelmatig blijven oefenen. Vooral voor vrouwen met een verzakking van de baarmoeder, is een vaginale ring (pessarium) een optie. Deze ring ondersteunt de sluitspier van de blaas. Je kunt het pessarium zelf inbrengen en weer verwijderen. Bij ernstige klachten kun je een operatie overwegen bij een uroloog of gynaecoloog.
Bij aandrang-incontinentie kunnen medicijnen helpen. Dit medicijn zorgt ervoor dat de blaaswand ontspant. Hierdoor krijg je minder snel aandrang om te plassen. Aandrang-incontinentie wordt vaak behandeld met blaastraining, meestal onder begeleiding van een bekkenfysiotherapeut. Zo leer je je plas steeds langer op te houden. Soms kan je huisarts je verwijzen naar een uroloog voor een operatieve behandeling.
Bel de huisarts als je naast urineverlies deze klachten hebt:
· Bloed in de urine.
· Veel of vaak moeten plassen.
· Pijn of een branderig gevoel bij het plassen.
· Spontaan urineverlies , zonder inspanning of aandrang.
· Plasklachten die niet minder worden door blaastraining of bekkenbodemoefeningen.
· Plotseling urineverlies terwijl je ook een hernia hebt
Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen, kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.