Urinewegproblemen
Wanneer heb je urinewegproblemen?
De urinewegen zijn de nieren, de urineleiders, de blaas en de plasbuis. Bij mannen hoort daar ook de prostaat bij. De nieren zitten aan de achterzijde van het lichaam, ter hoogte van de onderste ribben aan allebei de kanten van de ruggenwervels. Normaal heb je 2 nieren, deze zijn zo groot als een vuist en hebben de vorm van een boon. Het bloed stroomt door de nieren en wordt daar gefilterd. Daaruit komt urine (plas), dat via de nierkelken, het nierbekken en de urineleiders naar de blaas stroomt. Via de plasbuis plas je de urine uit. Bij mannen zit er onder de blaas een klier ter grootte van een kastanje, die de prostaat genoemd wordt. Hier wordt prostaatvocht aangemaakt, dat later samenkomt met de zaadcellen die aangemaakt worden door de teelballen. De combinatie van het prostaatvocht en de zaadcellen noemen we sperma. Tijdens de ejaculatie (het klaarkomen van de man) trekt de prostaat samen en daardoor wordt het sperma via de penis door de plasbuis naar buiten geperst.
Urinewegproblemen komen veel voor. Er kunnen allerlei problemen ontstaan, zoals infecties, nierstenen, een veranderde functie of kanker. Hieronder leggen we de verschillende problemen en bijbehorende oplossingen uit.
Blaasontsteking
Bij een blaasontsteking is er via de plasbuis een bacterie in de blaas gekomen die zich vermenigvuldigd heeft en het slijmvlies van de blaaswand irriteert. Hierbij heb je last van één of een aantal van deze klachten:
· Vaak kleine beetjes moeten plassen.
· De hele tijd het gevoel hebben dat je moet plassen, terwijl er niets komt (loze aandrang).
· Een branderig of pijnlijk gevoel bij het plassen.
· Pijn in de onderbuik.
· Stinkende urine.
· Oranje of rode urine (door bloed).
Als de ontsteking erger is, kun je ook last krijgen van koorts, misselijkheid, overgeven, pijn in je onderrug of zij of je niet lekker voelen.
Bij vrouwen is de plasbuis veel korter dan bij mannen, waardoor bacteriën makkelijk via de plasbuis in de blaas kunnen komen. Vrouwen hebben daardoor veel vaker een blaasontsteking dan mannen.
Wat kun je zelf doen?
Bij pijn kun je paracetamol nemen. Houd de dosering aan die op de verpakking staat. Zorg dat je veel drinkt en goed uitplast, totdat de blaas helemaal leeg is. Ben je een niet-zwangere vrouw en ben je verder gezond? Dan kun je de eerste dagen afwachten of de klachten hiermee overgaan. Als je naar de huisarts gaat, neem dan een potje urine mee. Het beste is om de ochtendurine op te vangen. Zet het potje in de koelkast als het langer dan een uur duurt voordat je bij de huisarts bent.
Bel de huisarts als je klachten van een blaasontsteking hebt en:
· De klachten na 3 dagen niet beter worden.
· De klachten veel erger worden.
· De klachten samengaan met koorts, misselijkheid, overgeven, pijn in je onderrug of zij of als je je niet lekker voelt.
· Je een man bent.
· Je zwanger bent.
· Je jonger dan 12 jaar bent.
· Je afwijkende nieren of een urinewegaandoening hebt.
· Je een verminderde weerstand hebt door een ziekte, aandoening of medicijngebruik.
Plasbuisontsteking
Bij een plasbuisontsteking is er van buitenaf een bacterie in de plasbuis gekomen die zich vermenigvuldigd heeft en het slijmvlies van de plasbuiswand irriteert. Bij een plasbuisontsteking is dit vaak een bacterie die overgebracht is via seksueel contact (een soa). Meestal is dit chlamydia, soms gonorroe (een druiper). Trichomonas, herpes of mycoplasma zijn minder vaak voorkomende oorzaken. Bij een plasbuisontsteking kun je last hebben van:
· Vaak kleine beetjes moeten plassen.
· De hele tijd het gevoel hebben dat je moet plassen, terwijl er niets komt (loze aandrang).
· Een branderig of pijnlijk gevoel bij het plassen.
· Afscheiding die uit de plasbuis komt.
Wat kun je zelf doen?
Om jezelf te beschermen tegen soa’s is het belangrijk dat je veilig vrijt. Gebruik dus altijd een condoom tijdens het vrijen. Als er een kans is dat je een soa hebt opgelopen, laat je dan testen bij de huisarts. Een soa geeft niet altijd klachten, dus laat je ook testen als je geen klachten hebt.
Bel de huisarts als je klachten van een plasbuisontsteking hebt en:
· Er afscheiding uit je plasbuis komt.
· Je een soa zou kunnen hebben.
Nierbekkenontsteking
Bij een nierbekkenontsteking is er van buitenaf een bacterie in de plasbuis gekomen en is deze omhoog gegaan via de blaas en de urineleiders tot in het nierbekken. De bacterie heeft zich vermenigvuldigd en irriteert het slijmvlies van de nierbekkenwand. Meestal voel je je hierbij ziek. Een nierbekkenontsteking komt niet zo vaak voor. Je hebt meer kans op een nierbekkenontsteking als je zwanger bent of suikerziekte, nierstenen of afwijkingen aan de urinewegen hebt. Bij nierbekkenontsteking kun je last hebben van:
· Alle klachten die bij een blaasontsteking horen.
· Koorts.
· Koude rillingen.
· Ziek zijn (moe zijn, misselijk zijn, hoofdpijn hebben).
· Pijn in de onderrug of zij.
Wat kun je zelf doen?
Bij pijn kun je paracetamol nemen. Houd de dosering aan die op de verpakking staat. Zorg dat je veel drinkt en goed uitplast, totdat de blaas helemaal leeg is. Als je naar de huisarts gaat, neem dan een potje urine mee. Het beste is om de ochtendurine op te vangen. Zet het potje in de koelkast als het langer dan een uur duurt voordat je bij de huisarts bent.
Bel de huisarts als je klachten van een nierbekkenontsteking hebt.
Met deze klachten moet je altijd naar de huisarts, omdat je erg ziek kunt worden als een nierbekkenontsteking niet behandeld wordt. Een nierbekkenontsteking wordt behandeld met een antibioticakuur.
Blaasretentie
Als je een blaasretentie hebt, kun je niet meer plassen. Dit kan een chronisch probleem zijn of ineens ontstaan. Het komt vakerbij mannen voor en vooral boven de 50 jaar. Bij mannen komt dit meestal door een groter geworden prostaat, door een blaasontsteking of medicijnen. Soms kan het komen door een neurologische ziekte. Bij vrouwen ontstaat blaasretentie meestal na een operatie of bevalling. Er zijn ook andere oorzaken, zoals medicijnen of een gezwel. Als je een blaasretentie hebt, kun je last hebben van:
· Het gevoel dat je moet plassen, maar het lukt niet.
· (Erge) pijn in de onderbuik en richting de penis of vagina.
· Onrust en niet stil kunnen zitten of staan.
Bel de huisarts als je klachten van een blaasretentie hebt.
Als het niet meer lukt om te plassen, maar je wel uren lang het gevoel hebt dat je moet plassen, is het belangrijk om de huisarts te bellen. Als het om blaasretentie gaat, wordt er een slangetje (een katheter) door de plasbuis ingebracht om de urine (plas) naar buiten te laten stromen.
Nierstenen
Een niersteen is een steentje dat in de nier is gekomen door het samenklonteren van afvalstoffen in de urine. Als dit steentje in de urineleider vast komt te zitten, tussen de nier en de blaas, geeft dat een hevige pijn. Meestal schuift dit steentje vanzelf naar de blaas en plas je het uit. Dit kan uren tot dagen duren. Nierstenen komen vaker voor bij mannen en in sommige families komen deze meer voor. Als je ooit een niersteen gehad hebt, is de kans groter dat je het nog een keer krijgt. Als je nierstenen hebt, kun je last hebben van:
· Erge pijn in je zij die soms ook richting de buik, lies, penis of vagina gaat.
· Pijn die in aanvallen opkomt (koliekpijn).
· Niet stil kunnen staan of zitten tijdens een aanval (bewegingsdrang).
· Misselijk zijn.
· Overgeven.
· Zweten.
· Rode of roze urine (door bloed in je plas).
Wat kun je zelf doen?
Zo lang je pijn hebt, is het goed om pijnstilling te nemen. Overleg dit met je huisarts. Bij nierstenen kun je door een (thee)zeefje plassen, zodat je het steentje kunt opvangen om zeker te weten dat je het uitgeplast hebt. Bij nierstenen kun je normaal eten en drinken. Als je naar de huisarts gaat, neem dan een potje urine mee.
Bel de huisarts als je klachten van een niersteen hebt.
Als je pijn hebt die met een niersteen te maken kan hebben, ga dan naar de huisarts. De huisarts kan je pijnstilling voorschrijven. Vaak krijg je direct een injectie met pijnstilling als je veel pijn hebt.
Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten
erger worden of veranderen kun je het beste contact met je huisarts opnemen.
Bronnen
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.