Locatie

Hoofdlocatie: Standerdmolen 103 Dependance: Laning 10

Telefoon

078 676 2426

Zwangerschap en bevalling

 

Let op: Doe bij klachten van verhoging, koorts, minder ruiken of proeven, keelklachten, hoesten, niezen, een loopneus, verkoudheid en/of benauwd zijn ook de symptoomcheck voor het coronavirus.

 

Zwanger worden  

Vanaf de eerste keer dat een meisje ongesteld is, is ze vruchtbaar. Door seks (geslachtsgemeenschap) te hebben rond de tijd van de eisprong, kan ze zwanger worden. Vrouwen die geen anticonceptie gebruiken (zoals de pil, spiraal of een condoom), blijven vruchtbaar tot aan de menopauze. Dat is 1 jaar nadat ze voor de laatste keer ongesteld zijn geweest. 

Als je denkt dat je zwanger bent, kun je dit testen vanaf de dag dat je eigenlijk ongesteld had moeten worden. Soms kan het al 5 dagen eerder, maar de test is dan niet altijd betrouwbaar. Je moet de test dan later nog een keer doen om het zeker te weten.  

 

Als je zwanger wilt worden is het belangrijk dat je: 

  • Geen alcohol of drugs gebruikt. 
  • Niet rookt. Het is ook beter als je partner of huisgenoten niet roken. 
  • Iedere dag 0,4 mg foliumzuur slikt vanaf 4 weken vóór de zwangerschap tot en met de 10e week van de zwangerschap. Foliumzuur vermindert de kans op een baby met een open ruggetje. Foliumzuur (tabletten) kun je zonder recept bij de drogist of apotheek kopen. 
  • Geen rauwe (ongepasteuriseerde) melk drinkt en geen voorverpakte salades, softijs en geen zachte kazen (gemaakt van rauwe melk) eet.  
  • Vlees en vis goed doorbakt. 
  • Handschoenen draagt als je in contact komt met uitwerpselen van katten, zoals bij het verschonen van de kattenbak of werken in de tuin. Contact hiermee kan voor een toxoplasmosebesmetting zorgen, wat schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling van de baby. 
  • Geen röntgenfoto’s laat maken. 

Behalve het advies over foliumzuur gelden deze adviezen voor de hele zwangerschap.

 

Tijdens de zwangerschap 

Je kunt tellen hoeveel weken je zwanger bent, vanaf de eerste dag dat je voor het laatst ongesteld was. Bij de verloskundige (of gynaecoloog) kun je een termijnecho laten doen. Daarop is te zien hoe lang je zwanger bent, of het hartje klopt en of het een eenling of meerling is. Als je zwanger bent, is het goed om zo snel mogelijk contact op te nemen met een verloskundige. Het liefst vóór 9 weken zwangerschap. Geef de zwangerschap ook door aan de huisarts en de apotheek, zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Als je medicijnen gebruikt of bepaalde aandoeningen hebt (zoals schildklierproblemen of suikerziekte) is extra controle nodig. 

 

Als je ongewenst zwanger bent, neem dan zo snel mogelijk contact op met je huisarts. 

 

Bel je huisarts als je tijdens de zwangerschap deze klachten of aandoeningen hebt: 

  • Bloedarmoede (anemie). Dit komt meestal door een ijzertekort. Dat kan vaak worden verholpen door een aantal maanden ijzertabletten te slikken. Bij bloedarmoede ben je meestal erg moe. Bloedarmoede wordt getest via je bloed.   
  • Hypertensie, pre-eclampsie en HELLP. Een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap kan gevaarlijk zijn. Het kan namelijk een teken zijn van zwangerschapsvergiftiging. Klachten hierbij zijn pijn in de bovenbuik of tussen de schouderbladen, misselijkheid of braken, een ziek of griepachtig gevoel (zonder koorts), hoofdpijn die steeds erger wordt, ineens vocht vasthouden in gezicht, handen of voeten en klachten van het zicht waarbij je bijvoorbeeld sterretjes of lichtflitsen ziet. 
  • Blaasontsteking. Je merkt dit bijvoorbeeld aan een branderig gevoel bij het plassen, steeds het gevoel hebben dat je moet plassen en/of bloed bij je plas.
  • Endometritis. Dit is een ontsteking van het slijmvlies van de baarmoeder waarbij je stinkende vaginale afscheiding kunt hebben. Soms geeft dit ook buikpijn en koorts en is er antibiotica nodig. 
  • Misselijkheid en braken. Dit komt veel voor tijdens de zwangerschap. Tabletten met gember (4x per dag 250 mg) kunnen hiertegen helpen. Bij ernstige klachten kan de huisarts meclozine of metoclopramide voorschrijven. 
  • Schildklierstoornis of een langzaam werkende schildklier. Je medicatie zal in de meeste gevallen worden aangepast. Ook zullen er extra controles worden afgesproken. 

 

De bevalling 

Als je graag thuis wilt bevallen, kun je dit met je verloskundige of huisarts bespreken. Het ligt aan jouw gezondheid, de gezondheid van de baby en het verloop van je zwangerschap of dit ook kan. Voor een thuisbevalling heb je een kraampakket nodig, maar ook als de bevalling in het ziekenhuis gepland is, is het aan te raden een kraampakket in huis te hebben. Zorg er in ieder geval voor dat je vanaf de 36e week van de zwangerschap een ingepakte tas klaar hebt staan, voor als je toch naar het ziekenhuis moet. Als je vliezen zijn gebroken, of als je denkt dat de bevalling is begonnen, moet je de verloskundige bellen (of je huisarts als deze de zwangerschap begeleidt).

De meeste bevallingen bestaan uit drie fasen: 

  • De weeën. Deze zorgen voor ontsluiting: het openen van de baarmoedermond. Dit proces duurt meestal tussen de 4 en 24 uur. Als de baarmoedermond 10 centimeter openstaat, heet dat volledige ontsluiting. 
  • Persen en geboorte. Zodra er volledige ontsluiting is, voel je persdrang. Je perst dan mee met de weeën om te zorgen dat de baby geboren wordt. Meestal duurt dit minder dan een uur. 
  • Nageboorte. Na de baby moeten ook de moederkoek (placenta) en de vliezen naar buiten komen. Dit moet binnen een uur gebeuren. Gebeurt dat niet, dan is er een operatie nodig. 

 

Bel meteen met de verloskundige, of je huisarts als die de zwangerschap begeleidt, als: 

  • Je vaginaal bloed verliest. 
  • Je baby minder beweegt dan je gewend bent. 
  • Je vruchtwater verliest en je baby nog niet is ingedaald. Ga dan ook meteen op bed liggen. 
  • Het vruchtwater geel, groen of bruin is. 
  • De bevalling begint vóór de 37e week van je zwangerschap. 

Je verloskundige of huisarts zal je vertellen of je langs moet komen, af kunt wachten of naar het ziekenhuis moet. Verder kan er bloedonderzoek of een echo gedaan worden. Soms gebeurt dit op de spoedeisende hulp of bij de gynaecoloog. 

 

Bel ook met je arts bij twijfel, vragen of zorgen over je klacht. Ook als de klachten erger worden of veranderen kun je het beste contact met je huisarts opnemen. 

 

Bronnen 

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Quin medisch specialisten, medisch onderzoekers en met gebruik van publieke bronnen.